Uit de analyse blijkt dat meer lichaamsbeweging geassocieerd is met een lagere BMI en een kleinere tailleomtrek. Niet bepaald een verrassend resultaat. Het effect van lichaamsbeweging op de BMI en de tailleomtrek is meer uitgesproken bij vrouwen en bij mensen ouder dan 50 jaar.
Minder vanzelfsprekend is dat stevig wandelen het grootste verschil maakt in de BMI, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Bij mannen die vijf dagen per week langer dan 30 minuten wandelen in een stevig tempo, was de BMI gemiddeld verlaagd met ‘1’, en bij vrouwen met ‘1,8’.
Eenzelfde hoeveelheid sport of lichaamsbeweging zorgde ook voor een reductie van de BMI, maar het verschil was minder groot. Lees het volledige artikel in deze bijlage.
Minder vanzelfsprekend is dat stevig wandelen het grootste verschil maakt in de BMI, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Bij mannen die vijf dagen per week langer dan 30 minuten wandelen in een stevig tempo, was de BMI gemiddeld verlaagd met ‘1’, en bij vrouwen met ‘1,8’.
Eenzelfde hoeveelheid sport of lichaamsbeweging zorgde ook voor een reductie van de BMI, maar het verschil was minder groot. Lees het volledige artikel in deze bijlage.

gewicht_verliezen_een_stevige_wandeling.docx |
Eerst dit : Als aardappelen als de grote schuldigen aangewezen worden, dan gaat het vaak om de koolhydraten die ze bevatten. Wat merken we nu? Begin vorige eeuw haalden mensen nog 70% van hun energiebehoefte uit koolhydraten en dat is nu gedaald tot 45 %, terwijl 55 % aanbevolen wordt. Anderzijds zien we dat 47% van de bevolking in de leeftijdsgroep van 55 tot 65 jaar kampt met overgewicht. De afbeelding hieronder : Ontwikkeling van zelfgerapporteerde obesitas bij mannen en vrouwen sinds 1981.
Dus : gemiddeld stijgt het lichaamsgewicht en daalt de koolhydraatconsumptie.
We kunnen dus stellen dat het niet logisch is om koolhydraten op de vingers te tikken.
Dus : gemiddeld stijgt het lichaamsgewicht en daalt de koolhydraatconsumptie.
We kunnen dus stellen dat het niet logisch is om koolhydraten op de vingers te tikken.
Waarom zijn aardappelen gezonde energieleveranciers?
Aardappelen leveren een beperkte hoeveelheid energie in de vorm van complexe koolhydraten. Ze leveren ook essentiële voedingsstoffen zoals voedingsvezels, mineralen en vitaminen. Aardappelen op zich bevatten geen vet. Een portie gekookte aardappelen (200 g) is een bron van kalium, vitamine B6 en foliumzuur en rijk aan voedingsvezels en vitamine C . Aardappelen bevatten maar kleine hoeveelheden zink en ijzer maar door de aanwezigheid van vitamine C (bevordert de opname van ijzer) en de afwezigheid van fytinezuur (remt de opname van ijzer) is de biobeschikbaarheid ervan groter dan uit graanproducten.
Lees verder via deze link : http://www.nice-info.be/nl/qa?qaCat=15#sthash.0M2vriDU.dpuf
Aardappelen leveren per 200 g i.v.m de dagbehoefte
Slechts 7,6 % energie, of 152 kcal. Dat is maar evenveel als in een plak cake of 15 g chocolale, maar aardappelen verzadigen veel beter
Helemaal geen vet
Bijna 25 % van de nodige vezels
Bijna 45 % van de Vitamine C
Voordeel van aardappelen
Een evenwichtige voeding met voldoende aardappelen zorgt ervoor dat beperking van vlees beter haalbaar wordt. In het verleden werd een studie uitgevoerd i.k.v. dieet van Montignac waarbij op lange termijn ervaren werd dat mensen die geen aardappelen bij hun maaltijd namen, een grotere vleesportie dan aanbevolen kozen. Een vleesrijkere voeding bevat ook meer verzadigd vet en cholesterol. Zelfs een verhoging van de groenteportie, zal onvoldoende verzadigen om de vlees/visportie blijvend te beperken.
Geen aardappelen bij de maaltijd zorgt op lange termijn dus voor een verhoogd risico op hart en vaatzieken.
En dan nog dit : de beweringen dat aardappelen dikmakers zijn, zijn vaak gestoeld op het feit dat aardappelen een hoge glycemische index (GI) hebben. Dat betekent dat de koolhydraten in aardappelen snel omgezet worden naar glucose (vorm van suiker) en via de bloedbaan opgenomen wordt. Dat betekent niet dat er in aardappelen veel suiker en zetmeel zit.
De G.I. is een wel belangrijke parameter bij mensen van het diabetes type 1 omdat daar de bloedsuikerspiegel moeilijker te regelen is. Maar in normale situaties zorgt insuline in het bloed ervoor dat extra glucose wordt opgeslagen in de spieren zodat het lichaam deze energiebron heel vlot kan gebruiken in de uren na de maaltijd, en dat is nodig. Op dit moment is geen enkele wetenschappelijke basis dat er een link is tussen de GI en stijgen in gewicht. Wel tussen te grote opname van energie en overgewicht. De hoge raad van gezondheid controleert constant alle beschikbare info.
Een arts zal pas een medicatie voorschrijven als er voldoende wetenschappelijke achtergrond is dat die medicatie ook werkzaam is. Het blijft raadzaam om voor voeding dezelfde voorzichtigheid aan de dag te leggen en kritisch te blijven. Veel beweringen hebben op lange termijn een nefast effect op de gezondheid. Maar dat is stof tot nadenken in één van de volgende nieuwsbrieven.
Aardappelen leveren een beperkte hoeveelheid energie in de vorm van complexe koolhydraten. Ze leveren ook essentiële voedingsstoffen zoals voedingsvezels, mineralen en vitaminen. Aardappelen op zich bevatten geen vet. Een portie gekookte aardappelen (200 g) is een bron van kalium, vitamine B6 en foliumzuur en rijk aan voedingsvezels en vitamine C . Aardappelen bevatten maar kleine hoeveelheden zink en ijzer maar door de aanwezigheid van vitamine C (bevordert de opname van ijzer) en de afwezigheid van fytinezuur (remt de opname van ijzer) is de biobeschikbaarheid ervan groter dan uit graanproducten.
Lees verder via deze link : http://www.nice-info.be/nl/qa?qaCat=15#sthash.0M2vriDU.dpuf
Aardappelen leveren per 200 g i.v.m de dagbehoefte
Slechts 7,6 % energie, of 152 kcal. Dat is maar evenveel als in een plak cake of 15 g chocolale, maar aardappelen verzadigen veel beter
Helemaal geen vet
Bijna 25 % van de nodige vezels
Bijna 45 % van de Vitamine C
Voordeel van aardappelen
Een evenwichtige voeding met voldoende aardappelen zorgt ervoor dat beperking van vlees beter haalbaar wordt. In het verleden werd een studie uitgevoerd i.k.v. dieet van Montignac waarbij op lange termijn ervaren werd dat mensen die geen aardappelen bij hun maaltijd namen, een grotere vleesportie dan aanbevolen kozen. Een vleesrijkere voeding bevat ook meer verzadigd vet en cholesterol. Zelfs een verhoging van de groenteportie, zal onvoldoende verzadigen om de vlees/visportie blijvend te beperken.
Geen aardappelen bij de maaltijd zorgt op lange termijn dus voor een verhoogd risico op hart en vaatzieken.
En dan nog dit : de beweringen dat aardappelen dikmakers zijn, zijn vaak gestoeld op het feit dat aardappelen een hoge glycemische index (GI) hebben. Dat betekent dat de koolhydraten in aardappelen snel omgezet worden naar glucose (vorm van suiker) en via de bloedbaan opgenomen wordt. Dat betekent niet dat er in aardappelen veel suiker en zetmeel zit.
De G.I. is een wel belangrijke parameter bij mensen van het diabetes type 1 omdat daar de bloedsuikerspiegel moeilijker te regelen is. Maar in normale situaties zorgt insuline in het bloed ervoor dat extra glucose wordt opgeslagen in de spieren zodat het lichaam deze energiebron heel vlot kan gebruiken in de uren na de maaltijd, en dat is nodig. Op dit moment is geen enkele wetenschappelijke basis dat er een link is tussen de GI en stijgen in gewicht. Wel tussen te grote opname van energie en overgewicht. De hoge raad van gezondheid controleert constant alle beschikbare info.
Een arts zal pas een medicatie voorschrijven als er voldoende wetenschappelijke achtergrond is dat die medicatie ook werkzaam is. Het blijft raadzaam om voor voeding dezelfde voorzichtigheid aan de dag te leggen en kritisch te blijven. Veel beweringen hebben op lange termijn een nefast effect op de gezondheid. Maar dat is stof tot nadenken in één van de volgende nieuwsbrieven.